Voor mij staat voorop dat ik op een prettige, gelijkwaardige manier met de klant wil samenwerken. Ik bespreek trajecten graag vooraf en stem ze af: de klant kent de eigen organisatie en de daarbij behorende vragen goed. Vanuit mijn expertise op het gebied van organisatieontwikkeling betrek ik daarbij alle facetten die ertoe doen. Het is mijn taak om mee te denken, te ontwerpen, te plannen en uit te voeren. Alles vanuit mijn motto: levendig verbinden.
Tijdens mijn werk ga ik ervan uit dat het leren van leidinggevenden en medewerkers deel uitmaakt van één samenhangend systeem. Daarom besteed ik expliciet aandacht aan de parallelprocessen van het leren. Dit is ook de reden dat ik verschillende leermethoden inzet: kennisleren, houdingsleren, reflectieleren, vaardigheidsleren, werkplekleren, enzovoort. Omdat leren in de praktijk soms weerbarstig is, betekent dit dat ik soms – na emotionaliteit – ook de nuchterheid terugzoek, een pas op de plaats maak en de zaken rustig bespreek. Wanneer het past zet ik humor in, omdat mijn ervaring is dat humor helpt de werkstromen weer op gang te brengen en ruimte te scheppen.
Volgens mij gebeurt leren niet alleen tijdens de (werk)bijeenkomsten, maar krijgt het vooral vorm door toepassing in de dagelijkse praktijk. Centraal in mijn werkwijze staan de persoonlijke en professionele reflectie en de daaruit voortkomende actie in de praktijk. Tijdens bijeenkomsten hebben, naast theoretische onderdelen, de praktijkervaringen van de deelnemers een belangrijke plaats: leren aan en van de eigen praktijk, ervaringsleren, zit altijd dichter op de eigen ‘’huid’’ en motiveert tot handelen. Ik structureer, begeleid, adviseer en geef feedback tijdens die bijeenkomsten. Ik werk graag met interactieve werkvormen, beeldmateriaal, filmpjes, enzovoort, waarbij ik het doel van de opdracht niet uit het oog verlies.
Evalueren betekent voor mij: regelmatig met elkaar om tafel gaan en een aantal vragen langslopen: hoe doen we de dingen? welke resultaten zijn er tot nu toe gehaald? Wat loopt goed, wat kan meer of minder? Wat vinden we van elkaars optreden, wat behoeft bijstelling? Hoe gaan we verder? Steeds bewaak ik de levendige verbinding die nodig is om samen succesvol te zijn en die energie geeft aan het werk.
